home | terug

Het Belfort

Op de plaats van het huidige belfort van Brugge stond oorspronkelijke een aantal hallen. Bij de uitbreiding van dit complex werd vanaf 1240 ook een belfort opgetrokken in steen met een houten spits. De hallen bestonden uit verschillende overdekte markten voor voornamelijk wol- en lakenhandel en opslagplaatsen. De toren had een meer administratieve functie: het bevatte een schatkamer en het archief van de stadsrekeningen.

In 1280 brandde het bovenste deel af en daarmee ging het archief van voor 1280 verloren. In 1296 werd de toren hersteld met de twee onderste vierkante bouwdelen en een houten spits.

De stadshallen werden verder in de 15e eeuw uitgebreid en van 1483 tot 1487 werd het achthoekige bovengedeelte gebouwd, ook met een houten spits waarop het beeld van Sint-Michiel verscheen. Door een blikseminslag in 1493 brandde dit bovenste gedeelte opnieuw af alsook de stadsklokken. Bij de herstelling werd een houten spits met opklimmende leeuw gebouwd.

In 1741 brandde het opnieuw af en werd in 1753 hersteld. In 1822 kreeg de toren een gotische kroonafwerking in plaats van een spits.

Het belfort van Brugge of de Hallentoren is 83 meter hoog en helt lichtjes over (1 meter naar links). Om de top te bereiken moeten er 366 treden beklommen worden.

Functie

De hallen onder de toren hadden een commerciële functie. Ze bestonden uit verschillende zalen waar telkens andere ambachtsproducten met stadskeur verhandeld werden. Op de tweede verdieping was er een schatkamer en stadsarchief. De jaarrekeningen vanaf 1281 zijn nagenoeg allemaal bewaard gebleven; tot 1300 in Latijn, daarna in de volkstaal opgesteld.

Vanop het balkon boven de toegangspoort werden vanaf de 14e eeuw reglementen afgeroepen, de zogenaamde Hallegeboden. Dit omvatte wetgeving in verband met openbare orde en handel en nijverheid. Vanaf 1769 gebeurde dit vanaf het stadhuis.

De toren diende als wachttoren voor het detecteren van brand in de stad. Het luiden van de klokken had een specifieke betekenis:

  • het openen en sluiten van de stadspoorten;

  • een werkklok die het begin en einde van de werktijden aangaf - het was verboden om met onvoldoende licht te werken;

  • een klok die aangaf vanaf wanneer het niet meer toegelaten was om zonder toorts door de straten te lopen;

  • feestelijke klokken luidden tijdens allerhande feestelijkheden, zo bijvoorbeeld tijdens de Heilige-Bloedprocessie.

Beiaard

In de 16e eeuw werd het mogelijk om via een handklavier de klokken te bespelen. Een trommel zorgde voor het regelmatig spelen van bepaalde klokken, bijvoorbeeld voor het aangeven van het uur (vanaf 1523). In de jaarrekeningen vanaf 1604 verschijnt het inhuren van een beiaardier om tijdens zon-, feest- en marktdagen liederen te spelen.

 

De beiaard te Brugge noemt men de Dumerybeiaard. genoemd naar zijn gieter. Hij bevat 47 klokken met een totaal gewicht van 27.535 kg. De basklok alleen weegt 5381 kg. (Gieters J.Dumery (1742-48), Eijsbout(1969)).

 
home | terug

Ges. Vrije Basisschool Sint-Martens-Lennik - Schapenstraat 39 - 1750 Sint-Martens-Lennik